Deze Audio Bijbelvertaling gebruikt als basis de NCV (Nederlandse Concordante Vertaling), en zal vanaf de volgende audio opnames waar nodig worden aangevuld/gewijzigd door de Statenvertaling. Tevens willen we sommige woorden omzetten naar begrijpelijk Nederlands, waar dit mogelijk is, zonder teveel af te wijken van de grondtekst.
Voor deze opname hebben we alleen de woorden "tijdperk" en "gedurende de tijdperken" veranderd naar "eeuwige" en "eeuwigheid", alhoewel tijdperk op veel plaatsen ook erg mooi is, vinden we op deze plekken eeuwigheid beter passen. Deze woorden hebben we schuingedrukt gedaan. Ga naar ncv-bijbelstudie.nl om deze vertaling te lezen en hun handige app te downloaden.
De Samaritaanse vrouw bij de put
In Johannes 4:1-42 lezen we over de Samaritaanse vrouw bij de put die dé Messias Yeshua (Jezus) ontmoet!
Het was weer bijzonder om aan deze opname (AudioBijbel of LuisterBijbel) te werken, samen met mijn liefste. We hopen dat het voor jullie ook weer tot zegen en bemoediging mag zijn! Doorsturen mag altijd!
Klik hierboven op play en lees hieronder direct mee!
Toen de Heer dan wist dat de farizeeën gehoord hadden dat Jezus meer leerlingen maakte en doopte dan Johannes (weliswaar doopte Jezus niet Zelf, maar Zijn leerlingen), verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. Nu moest Hij door Samaria komen. Hij kwam dan in een stad in Samaria genaamd Sichar, naast het stuk grond dat Jakob gegeven had aan Zijn zoon Jozef.
Daar was nu een bron van Jakob. Jezus dan, Zich ingespannen hebbend door de reis, was zo gezeten bij de bron. Het was ongeveer het zesde uur. Er kwam een zekere vrouw uit Samaria om water te putten. Tot haar zei Jezus: "Geef Mij te drinken," want Zijn leerlingen waren gegaan naar de stad, opdat zij voeding zouden kopen. Tot Hem dan zei de Samaritaanse vrouw: "Hoe kan het dat jíj, een Jood zijnd, van mij te drinken verzoekt, terwijl ik een Samaritaanse vrouw ben?" (Want Joden gebruiken niet samen met Samaritanen.)
Jezus antwoordde en zei tot haar: "Indien jij wist van het geschenk van God en Wie het is Die zegt tot jou: 'Geef Mij te drinken,' zou jíj Hem verzoeken, en zou Hij jou levend water geven." De vrouw zei tot Hem: "Heer, U hebt niet een putemmer en de put is diep, waarvandaan hebt U dan het levend water? Ú bent toch niet groter dan onze vader Jakob die aan ons de put gegeven heeft? En híj heeft eruit gedronken, en zijn zonen en wie door hem grootgebracht waren."
Jezus antwoordde en zei tot haar: "Eenieder die drinkt uit dit water zal weer dorst hebben. Wie echter ook maar drinkt uit het water dat Ík hem zal geven zal in de eeuwigheid geen dorst hebben, maar het water dat Ík zal geven aan hem zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven." Tegen Hem zei de vrouw: "Heer, geef mij dit water, opdat ik geen dorst zou hebben, en ik ook niet hier kom om te putten!"
Tot haar zei Jezus: "Ga heen, roep jouw man en kom hier." De vrouw antwoordde en zei tot Hem: "Ik heb geen man." Tot haar zei Jezus: "Uitstekend zeg jij: 'Een man heb ik niet,' want vijf mannen heb je gehad, en die jij nu hebt is niet jouw man. Dit heb jij naar waarheid uitgesproken." Tot Hem zei de vrouw: "Heer, ik zie dat ú een profeet bent. Onze vaders hebben op deze berg aanbeden, en júllie zeggen dat in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden." Tot haar zei Jezus: "Geloof Mij, vrouw, dat het uur komt waarin noch op deze berg noch in Jeruzalem jullie de Vader zullen aanbidden. Júllie aanbidden wat jullie niet weten; wíj aanbidden wat wij weten, omdat de redding uit de Joden is.
Maar het uur komt en is er nu waarin de waarachtige aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt ook zodanigen die Hem aanbidden. God is geest, en wie Hem aanbidden moeten in geest en waarheid aanbidden." Tot Hem zei de vrouw: "Wij weten dat de Messias komt (wat Gezalfde betekent). Wanneer Die ook maar zou komen zal Hij ons alles mededelen." Tot haar zei Jezus: "Ík ben, Die met jou spreekt."
En op dit moment kwamen Zijn leerlingen, en zij verbaasden zich dat Hij met een vrouw sprak. Evenwel zei niemand tot Hem: "Wat zoekt U?", of: "Waarom spreekt U met haar?" De vrouw liet dan haar watervat achter en ging naar de stad en zei tot de mensen: "Hierheen! Zie, een Mens Die mij alles zegt, al wat ik gedaan heb. Is Deze niet de Gezalfde?" Zij kwamen dan uit de stad en kwamen naar Hem toe. In de tussentijd nu vroegen de leerlingen Hem, zeggend: "Rabbi, eet." Hij echter zei tot hen: "Ík heb voedsel te eten dat júllie niet kennen." De leerlingen zeiden dan tegen elkaar: "Niemand heeft Hem toch te eten gebracht?" Tot hen zei Jezus: "Mijn voedsel is dat Ik de wil zou doen van Hem Die Mij gezonden heeft, en Ik Zijn werk zou volbrengen.
Zeggen júllie niet dat het nog vier maanden is tot de oogst komt? Zie, Ik zeg jullie, hef jullie ogen op en sla gade, want de landstreken zijn al wit voor de oogst. En hij die oogst ontvangt loon en verzamelt vrucht voor het eeuwige leven, opdat en hij die zaait en hij die oogst zich tezamen zouden verheugen. Want in dit is het woord waarachtig: 'De ene is het die zaait en de andere die oogst.' Ík vaardig jullie af om te oogsten waarvoor júllie je niet ingespannen hebben. Anderen hebben zich ingespannen en júllie zijn in hun moeite binnengekomen."
Uit die stad nu geloofden velen van de Samaritanen in Hem vanwege het woord van de vrouw, getuigend: "Hij heeft mij alles gezegd, al wat ik gedaan heb." Toen dan de Samaritanen bij Hem samengekomen waren vroegen zij Hem te blijven bij hen, en Hij bleef daar twee dagen. En veel meer mensen geloofden door Zijn woord. Daarnaast zeiden ze tot de vrouw: "Niet meer vanwege jouw spraak geloven wij, want we hebben zelf gehoord van Hem en waargenomen dat Deze waarachtig de Redder van de wereld is, de Gezalfde."
Johannes 4:1-42
gedeeld op Facebook.